Telkens als je je gsm gebruikt, het internet op gaat of inlogt op een website, laat je een ‘spoor’ van informatie achter. Dit spoor bestaat uit gegevens zoals de aanmeld- en afmeldgegevens, websites die je bezocht hebt, inhoud die je gecreëerd of geraadpleegd hebt, e-mails die je ontvangen en verzonden hebt, chatberichten en sinds kort, jouw geografische positie als gebruiker. De som van al die data is je digitale voetafdruk. Hoe vaker je online geweest bent, hoe groter je voetafdruk zal zijn, natuurlijk.
Uiteraard zullen jongere leerlingen een kleinere digitale voetafdruk hebben dan de gemiddelde tiener. Maar zodra ze online toepassingen gaan gebruiken, of zelfs gewoon op het web zoeken, groeit hun digitale voetafdruk snel. In tegenstelling tot een gewone voetafdruk is een digitale voetafdruk onmogelijk uit te wissen, althans niet door de eindgebruiker.
De implicaties hiervan kun je eventueel bespreken met de oudere leerlingen. Willen ze echt dat foto’s en video’s waarop ze domme dingen doen, gezien worden door toekomstige werkgevers, of hun oma, of hun toekomstige kinderen enz.?
Gebruik je software met verschillende privacyinstellingen, zorg er dan voor dat je die begrijpt en effectief gebruikt. Het is een manier om je digitale voetafdruk in te perken, of zelfs te verwijderen. Over het algemeen kan je via de privacyinstellingen bijvoorbeeld bepalen met wie je welke informatie deelt; wie je toelaat zijn data met jou te delen en wie je wil tegenhouden; wie je toelaat je ‘vriend’ te zijn enz. Voor je om het even welke software gebruikt, lees je het best eerst de privacyverklaring en als je er niet mee akkoord gaat, zoek dan naar een gelijkaardige site die geen persoonlijke informatie vereist.
Dit is een moeilijke in de klas. Wij vinden dat jongere leerlingen beter nooit dingen publiceren die bekeken kunnen worden door mensen die ze niet kennen. Voornamelijk omdat we hen willen beschermen tegen commentaren die sommige onaangename mensen achterlaten. In Groot-Brittannië was er eens een groep van 7- of 8-jarigen die een tv-spotje gemaakt hadden en het hadden opgenomen. Ze postten de video op YouTube en ook al waren de meeste opmerkingen positief, toch waren er een paar zeer kritische bij, bedoeld om te kwetsen.
Als het om privacy gaat, moeten de leerlingen in je klas weten dat ze online NOOIT persoonlijke informatie of informatie over andere mensen, zoals hun ouders, mogen vrijgeven. Leg hen uit wat ‘persoonlijke’ informatie is (bv. werkelijke naam, adres, telefoonnummers, e-mailadressen). Ze mogen ook nooit antwoorden op vragen zoals “Wat voor werk doet je papa?” (vissen naar het gezinsinkomen) of zelfs “Wat voor huisdier heb je?” (We werden zes maanden aan een stuk bestookt met ongewenste e-mails over konijnenvoer). Besteed extra aandacht aan sites die dit soort informatie verzamelen en zet ze op een ‘zwarte lijst’.
Laat jongere leerlingen nooit toe om hun eigen software te downloaden, zeker geen gratis spelletjes. Sommige online toepassingen bevatten ‘malware’ die zich in je computer nestelen. Dit gebeurt wanneer je die besmette software downloadt en installeert, de malware verzamelt op die manier persoonlijke informatie. Een van de zwaarste gevolgen van het laks omgaan met privacy is niet zozeer dat je leerlingen rechtstreeks bedreigd worden, maar wel dat jouw computer, of de computer bij hen thuis, overspoeld wordt met spam en advertenties. Persoonlijke gegevens worden immers verzameld en doorverkocht aan adverteerders.
Wees ten slotte heel voorzichtig met je eigen privacy. Schoolbesturen, om nog maar te zwijgen over ouders, zullen niet vrolijk kijken als ze merken dat de hele wereld op jouw Facebookpagina foto’s kan zien van jou na een avondje pintelieren, of erger. In 2012 werd een leerkracht voor precies zo’n foto door de school geschorst en kon nadien zijn beroep nooit meer uitoefenen. De leerkracht ging in beroep en twee teams ervaren advocaten hebben de zaak als professioneel wangedrag versus persoonlijke vrijheid bepleit. Los van het resultaat of van je persoonlijke gevoelens, is het echt al die heisa waard? En wil je echt voor een klas tieners staan die jou halfnaakt op foto’s gezien hebben?
Schooldirecteurs zouden trouwens geregeld via Google en andere zoekmachines hun school moeten opzoeken om te zien wat er opduikt. Vaak ontdekt men dat er een officieuze site of chatroom voor de school bestaat. Die kan heel handig zijn! Leerkrachten kunnen die gebruiken om oplossingen aan te reiken voor mogelijke problemen of conflicten, leerlingen met problemen, klagende ouders enz.
This post is also available in: Engels, Duits, Italiaans, Spaans, Portugees, Portugal, Roemeens
No comments yet.